Uitdagingen en complexiteiten van de herontwikkeling voor een nieuw Holland Casino in Groningen

Na de rampzalige brand die in 2017 het Holland Casino in Groningen verwoestte, heeft de keten besloten een geheel nieuwe vestiging op te zetten in Ter Borch, Drenthe. Met een uitstekende bereikbaarheid en voldoende parkeerplekken lijkt deze locatie op papier ideaal. Maar niet iedereen is hier blij mee. Vooral de gemeente Groningen uit felle kritiek op de verhuisplannen.

Oorspronkelijke plannen voor het Sontplein

Bernd Ziengs, die nauw betrokken was bij de initiële verhuisplannen, had gehoopt het casino op het Sontplein in Groningen te vestigen. Na intensieve onderhandelingen werd in november 2020 een intentieovereenkomst getekend. De plannen voorzagen in een omvangrijk project met een hotel, horecagelegenheden, woningen en natuurlijk het casino zelf.

Reden voor de verhuizing

Het blijkt dat de verhuizing naar Ter Borch, nabij Hoogkerk, strategisch gezien aantrekkelijker is voor Holland Casino. Hier is niet alleen voldoende ruimte voor parkeergelegenheid, maar het is ook gemakkelijker te bereiken voor bezoekers. Bovendien wordt gefluisterd dat de gemeente Tynaarlo minder strenge eisen stelt dan Groningen.

Reacties uit Groningen

De verhuizing heeft tot veel ontevredenheid en woede geleid, vooral binnen de gemeente Groningen. De lokale overheid voelt zich misleid door zowel Tynaarlo als Holland Casino. Tynaarlo verweert zich met de bewering dat zij maanden geleden al hadden aangegeven dat zij in gesprek waren met Holland Casino over een mogelijke vestiging.

Ondernemers in het spel

Ziengs, betrokken bij Aprisco Vastgoed, is ook verbijsterd over de ontwikkelingen. Zijn bedrijf had aanzienlijke investeringen gedaan in de voorbereidingen voor de vestiging van het casino op het Sontplein. Bovendien hadden de plannen voor het Sontplein als stadshotspot aanzienlijke voordelen voor de stad en voor Aprisco.

De relatie tussen Holland Casino, Aprisco en de gemeente Groningen raakte echter in de loop der maanden vertroebeld. Stedenbouwkundige eisen, veranderende financiële uitgangspunten en communicatieproblemen zorgden voor een impasse. De gemeente trok zich uiteindelijk terug uit de intentieovereenkomst.