Juridische strijd tussen advocaat Loonstein en N1 Interactive Limited duurt voort

07 februari 2024

Laatst bijgewerkt: 3 maanden geleden

In een lopende zaak heeft advocaat B.Z. Loonstein namens een speler het gokbedrijf N1 Interactive Limited (N1) aangeklaagd met betrekking tot een kansspelovereenkomst. De speler beweert deel te hebben genomen aan kansspelen aangeboden door N1, waarbij het bedrijf handelde zonder de vereiste kansspelvergunning van de Kansspelautoriteit. De advocaat vordert niet alleen de nietigverklaring van de overeenkomst en terugbetaling van onverschuldigde betalingen, maar eist ook schadevergoeding op grond van onrechtmatig handelen, schending van de zorgplicht en oneerlijke handelspraktijken.

Advocaat B.Z. Loonstein vraagt in de hoofdzaak het volgende:

Een verklaring voor recht dat de gesloten kansspelovereenkomst tussen partijen nietig is of vernietigd moet worden, met veroordeling van N1 Interactive Limited tot betaling van € 331.075,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van storting.

Een verklaring voor recht dat N1 onrechtmatig heeft gehandeld jegens advocaat Loonstein, dan wel toerekenbaar tekort is geschoten, dan wel zich schuldig heeft gemaakt aan oneerlijke handelspraktijken. Daarbij eist advocaat Loonstein een verklaring voor recht dat N1 verplicht is de door deze gedragingen veroorzaakte schade aan advocaat Loonstein te vergoeden, met een veroordeling van N1 tot betaling van € 331.075, of subsidiair een veroordeling tot betaling van meer en/of andere schade, nader op te maken bij staat.

Een verklaring voor recht dat de kansspelovereenkomst door dwaling aan de zijde van advocaat Loonstein tot stand is gekomen. In dit geval vordert advocaat Loonstein primair vernietiging van de kansspelovereenkomst en veroordeling van N1 tot ongedaanmaking door betaling van € 331.075. Subsidiair vordert hij opheffing van het door hem geleden nadeel op grond van artikel 6:230 lid 2 BW door terugbetaling van geleden verliezen en ander nadeel.

Advocaat Loonstein komt hier op voor zijn belangen in de zaak tegen N1 Interactive Limited met betrekking tot een kansspelovereenkomst. De aanklager beweert dat hij deelnam aan kansspelen van N1 Interactive, zonder dat zij de vereiste kansspelvergunning volgens de Wet op de Kansspelen (Wok) hebben. Volgens Loonstein maakt dit N1’s kansspelovereenkomst nietig volgens artikel 3:40 BW. De aanklager eist daarbij een terugbetaling van onverschuldigde betalingen. Tenslotte beweert hij dat het gokbedrijf de zorgplicht heeft geschonden en zich aan oneerlijke handelspraktijken heeft schuldig gemaakt.

Betwisting rechtsmacht

In dit incident betwist N1 Interactive Limited (N1) de bevoegdheid van de Nederlandse rechtbank om de vorderingen van [eiser] te behandelen. N1 stelt dat de zaak een internationaal karakter heeft en dat de rechtsmacht moet worden beoordeeld volgens de Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Brussel I bis). N1 beweert dat de Maltese rechter exclusief bevoegd is op basis van een forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden.

De aanklager daarentegen vertelde dat hij als consument handelde en dat N1 commerciële activiteiten in Nederland ontplooit. Volgens hem is de Nederlandse rechter bevoegd hiertoe. De rechtbank oordeelt dat de aanklager als consument wordt beschouwd, wat valt onder de beschermende bepalingen van Brussel I bis. De rechtbank stelt vast dat N1 commerciële activiteiten in Nederland richt, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is. Het beroep van N1 op een forumkeuzebeding wordt afgewezen.

Tussentijds hoger beroep

N1 verzoekt ook om tussentijds hoger beroep toe te staan, wat de rechtbank goedkeurt vanwege de bijzondere omstandigheden, met als doel de proceseconomie te dienen. [eiser] betoogt dat N1 de procedure vertraagt met de exceptie van onbevoegdheid, maar de rechtbank benadrukt dat deze exceptie in een afzonderlijk incident kan worden voorgelegd.

Proceskosten en vervolg hoofdzaak

De rechtbank heeft in het incident de vordering afgewezen en N1 veroordeeld tot het betalen van € 598 aan proceskosten. Deze veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tussentijds hoger beroep is toegestaan voordat het eindvonnis is gewezen. In de hoofdzaak moet de zaak op 28 februari 2024 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord. Deze vonnis is uitgesproken op 17 januari 2024.

Rick is een doorgewinterde tekstschrijver met expertise in de wereld van online gokken in Nederland. Met zijn uitgebreide ervaring in het schrijven van content voor diverse goksites kunnen we altijd rekenen op de nauwkeurigheid en transparantie van zijn teksten.